Ik ging een weekend weg. Alleen. Niet helemaal alleen, maar wel zonder man en zonder kinderen. Van tevoren had k bedacht dat het best weleens kon zijn dat zodra ik in het vliegtuig stapte mijn laatste uren geslagen waren. Uitgebreid had ik afscheid genomen van mijn geliefden thuis. Dat soort dingen doe je als je denkt het er niet levend vanaf te brengen. Dat klinkt zwaarder dan het is. Het is part of the deal. Iets wat ik heb overgehouden aan alle ellende. In de bijna 4 jaar van het moeder zijn ben ik nog maar 1 nacht weggeweest. Helemaal niet gewend om mijn kinderen voor langere tijd niet te zien. Dat is echt niet zielig hoor. Natuurlijk zou er niets gebeuren. En ik stortte ook niet neer. Godzijdank zeg. En dan valt je grootste uk keihard van de trap. Ziekenhuis en alles. Nacht blijven. Zit je daar een kilometer of 600 van huis een beetje machteloos te zijn. Niks kunnen doen. De beste timing ever. Ik had om een vlucht eerder terug kunnen vragen. Terug kunnen rennen naar die grote
Pluis, zoals ik mijn bijzondere oudste noemde, met zijn schattige pluizige haartjes van toen hij nog een baby was. Later kwam er een dochter bij, met dezelfde pluizige haartjes :)